Bandrasters

Een bandraster systeem maakt gebruik van relatief brede, blinde rasterstroken, die parallel aan elkaar worden afgehangen vanaf het bouwkundig plafond. Tussen de rasters worden plafondelementen geplaatst, veelal met een breedte van 600mm en een lengte van 1.800 mm of langer. De plafondelementen worden met de korte zijden op de rasters gelegd maar onderling zijn de plafondelementen niet gekoppeld (worden ‘koud’ tegen elkaar geplaatst).

Voor het aanbrengen van bijvoorbeeld verlichtingsarmaturen worden veelal technische stroken toegepast, die net als de plafondelementen tussen de rasters worden aangebracht. De breedte van die stroken kan daarbij variëren, afhankelijk van de te plaatsen componenten en het gewenste aanzicht.

Grotere componenten zoals plafondroosters worden in de plafondelementen aangebracht, waarbij kan worden gekozen voor zichtbare montage (rooster in een sparing in het plafondelement gemonteerd) of juist geheel onzichtbaar, waarbij een speciaal ventilatierooster op het plafondelement worden geplaatst en lucht via de perforatie van het plafondelement inblaast of retour aanzuigt.

Voor het verwarmen en koelen van de ruimte kunnen de plafondelementen worden voorzien van een watercircuit uit koper of kunststofleiding, dat met behulp van warmteoverdrachtsprofielen op de plafondelementen worden vastgezet. Regelkleppen verzorgen de toevoer van de juiste hoeveelheid warm- of koelwater zodat de gewenste temperatuur in de ruimte wordt bereikt. Dankzij het ontbreken van mechanisch bewegende delen en/of ventilatoren etc. bieden klimaatplafonds een prettig binnenklimaat en optimaal comfort (klasse A).